Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij dan schreef brieven in den naam van Achab, en verzegelde ze met zijn signet; en zond de brieven tot [10]de oudsten en tot de [11]edelen, die in [12]zijn stad waren, [13]wonende met Naboth. 10. Dat is, magistraat, raad en overste der stad. Alzo Deut.21:2; Richt.8:14; Ruth 4:2. 11. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk witte, door welke men verstaan moet de edele, voornaamste en aanzienlijkste lieden, omdat die gemeenlijk met witte klederen gekleed gingen. Zie de aantekeningen Gen.41:42; idem Esth.8:15, en onder, vs.11. 12. Alzo onder, vs.11. Versta Jizreel, welke Naboths stad genoemd wordt [gelijk ook hij zelf een Jizreeliet, boven, vs.1,7], omdat hij daarin woonde, of misschien ook daarin geboren was. Zie dezelfde manier van spreken, Gen.23:10, en Gen.24:10, en de aantekeningen daarop. 13. Dat is, die zijn medeburgers waren.